zaterdag 13 oktober 2007

Het Bali project een lang verhaal.

12 oktober 2007

In het verslag van afgelopen maanden komt het woord pleeggezinnetje voor.
We gaan terug naar 2003. Tijdens onze rondreis Java & Bali hebben wij het geluk gehad om een persoonlijke gids ter beschikking te hebben.
Met deze gids hebben wij kennis kunnen maken met Java & Bali op een manier die niet standaard is voor de doorsnee toerist.
Onze interesse gaat uit naar aspecten uit het verleden van het VOC.
Bij het eerste bezoek aan de haven van Jakarta op zoek naar het VOC tijdperk, de eerste confrontatie met de armoede. Persoonlijk was ik wel wat gewend, maar hetgeen wat we hier samen zijn tegengekomen is met geen pen te beschrijven.
De woonsituatie, het vuil de stank maar vooral de kinderen. We zijn stil en ontroerd.
Is het havengebied de enige plaats waar dit voorkomt, helaas niet. In de avonduren worden we meegenomen naar de stad Jakarta, honderden bedelende mensen. Waaronder moeders met kinderen, zieken, ouderen en ook weer de alleenstaande kinderen. Er wordt op ons hartje gedrukt niets te geven. Waarom niet?
Het is zo gemakkelijk om in deze situatie wat geld te geven. Wij als toerist mogen het niet aanmoedigen en moeten de bevolking ontmoedigen om te bedelen en ze aanzetten tot het zoeken van werk. Hoe kunnen ze werk vinden als er geen werk is.
De ene vraag na de andere vraag. We besteden steeds meer tijd en aandacht aan dit onderwerp. Onze gids begrijpt ons en laat Java zien van west naar oost, met zijn mooie natuur en historie. Maar vooral laat hij zien, wat wij als toerist eigenlijk niet willen zien.
Na drie weken Java is er een week ontspanning op het eiland Bali. De indrukken van Java laten ons niet los. We gaan op bezoek bij Frankie en Marinka Portier van het project Lion King in Singaraja. Hun verhaal is te lezen op http://home.hccnet.nl/fd.portier/hlNa dit bezoek weten we het zeker, wij moeten iets doen voor de bevolking van Java & Bali. In uren durende gesprekken met onze gids nemen we het besluit om op zoek te gaan naar een gezin die onze hulp kan gebruiken. Wij vinden I Ketut Sukertia, getrouwd met
I Kadek en vader van een zoon van drie I Wayan. Uit zijn verhaal blijkt dat de toekomst van zijn zoon donker is en niet naar school kan. Hij verdient net voldoende om te voorzien in de eerste levensbehoefte. Hij werkt namelijk als ober in een hotel.
Voor 196 uur werken krijgt hij 47,5 euro omgerekend 570.000 roepia per maand. Zijn vrouw doet aan thuiswerk, borduurt kraaltjes op kleding voor een bedrag van tien eurocent 1000 roepia per kledingstuk. Als zij hard door werkt kan ze een kledingstuk per dag doen.
Zij wonen op een woonerf in een kamertje van drie bij drie. Hard werkende mensen zonder toekomst.
Wij vertellen hen dat wij ze willen ondersteunen en de financiële verantwoording op ons willen nemen om I Wayan naar school te laten gaan. Het begin van een nieuwe toekomst voor het gezinnetje.
In het jaar 2004 keren wij terug naar Bali om te zien hoe het met het gezinnetje gaat.
Het jaar is moeizaam verlopen en hebben nauwelijks contact, de post komt niet aan en telefoon verkeer haast onmogelijk. We hebben soms geluk als we hun kunnen bereiken via het hotel. Dit jaar kan ook I Wayan voor het eerst naar de kleuterschool, de schoolrekening kan betaald worden met een Nederlandse giro pas op naam van ons zelf.
De afspraak met het gezinnetje is dat zij eenmaal per maand een bedrag mogen opnemen van 200.000 roepia. Ruim voldoende om de school te betalen en hetgene wat overblijft te besteden voor de toekomst.
Het jaar 2005 verloopt zeer voorspoedig, wij hebben nu regelmatig contact en de afspraken worden nageleefd. I Wayan openbaart zich als echte leermeester, zo klein als hij is verteld hij elke dag zijn vriendjes wat hij geleerd heeft. Geeft les aan zijn moeder in lezen en schrijven. Er brandt een lichtje aan de horizon.
Het overgebleven maandelijkse geldbedrag wordt geïnvesteerd in een nieuw onderkomen, het kamertje van drie bij drie wordt verruild voor een eengezins woning.
In deze woning vinden zij hun rust en kunnen verder werken aan de toekomst.
In 2006 horen wij wat hun grootste droomwens is. Zij willen graag een broertje of zusje voor I Wayan inmiddels zeven jaar.
Weten jullie hoe het voelt als je kinderen vragen, pa en ma Belanda mogen wij een broertje of zusje maken voor I Wayan.
Ook in 2007 na de geboorte van I Made hebben wij de financiële verplichting op ons genomen om hem in de toekomst naar school te laten gaan.

Het verhaal komt neer op de financiële verplichting die wij hebben genomen om de kinderen een betere toekomst te bieden. Daarbij de ouders van de kinderen te helpen aan de verplichting die zij hebben ten opzichten aan hun Balinese ouders.
Over dit laatste vertellen wij u later meer.